De handleiding voor onze ecosystemen

1. Zet het ecosysteem op een plaats met veel lichtinval maar niet in de vlakke zon. Zorg ervoor dat er geen directe zonnestralen op het ecosysteem komen en plaats het ecosysteem op ongeveer 1 meter van een raam.

2. In week 1 kan je best je ecosysteem laten verluchten. Let daarna op de condens. Wanneer je de planten niet meer kunt zien is er te veel condens, dan kan je de fles openen zodat het overtollige water weg kan. De ideale temperatuur is tussen 15 en 27 graden. Hoe meer licht, hoe harder de planten zullen groeien en hoe meer condens er wordt afgegeven. Wanneer het ecosysteem te lang in de vlakke zon staat en te veel condens produceert, kun je het ecosysteem beter wat verder van het licht verplaatsen. Wanneer er nauwelijks condens ziet, kan je juist beter het systeem op een wat lichter plekje zetten.

3. Draai het ecosysteem regelmatig zodat alle plantjes evenveel licht ontvangen. Het draaien van het terrarium is ook belangrijk zodat er voldoende water bij alle planten neerkomt. Wanneer de planten te hard groeien en tegen het glas aankomen kan je het ecosysteem eventueel snoeien.

4. De plant zorgt voor zichzelf, hij heeft dus niet veel water nodig. Geef de plant om de 6 à 12 maanden water. Wanneer de plantjes bruinig zijn en niet meer fris of groen, dan is het ecosysteem te droog. Hangen ze een beetje slap, dan is er meer water nodig. De grond hoort ook altijd licht vochtig te zijn. Wanneer je water gaat toevoegen, gebruik dan gefilterd of regenwater. Een kopje is ongeveer voldoende.